De moeder van Jezus

Jezus werd niet gekruisigd omdat Hij zieken genas of doden nieuw leven gaf. Hij werd gekruisigd Jezus omdat Hij zich gelijk aan God stelde. Hij zei: ‘Ik en de Vader zijn één! Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien!’ (Johannes 10:30 en 14:9, HSV). Dat Jezus beweerde dat Hij en de Vader één en dezelfde persoon waren, werd door de geestelijke leiders gezien als pure godslastering, wat de doodstraf verdiende.

Jezus' moeder was aanwezig bij de kruisiging van haar zoon. Ze is getuige geweest van zijn eerste ademtocht en ze is getuige van zijn laatste ademtocht. Wat zal er op dat moment door haar heen zijn gaan? Ondanks haar immense verdriet en de pijn in haar hart zweeg Maria. Haar zwijgen aan de voet van het kruis is een indrukwekkend getuigenis van wie Jezus werkelijk is.

Maria heeft altijd geweten dat Jezus de Messias is. Ze wist dat Jezus door een wonderlijk ingrijpen van God was verwekt. God had de engel Gabriël naar haar gestuurd met de boodschap: ‘Wees niet bang, Maria. Want God heeft besloten je heel bijzonder te zegenen. Je zult zwanger worden en een zoon krijgen, die je de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Here, zal Hem de troon van zijn voorvader David geven. Hij zal voor altijd over het volk Israël regeren en aan zijn regering zal geen einde komen.’ ‘Maar hoe kan ik een kind krijgen?’ vroeg Maria. ‘Ik ben nog maagd.’ De engel antwoordde: ‘De Heilige Geest zal over je komen. Je zult zwanger worden door de kracht van God. Daarom zal je Kind heilig zijn en de Zoon van God worden genoemd (Lucas 1:30-35, HB). Maria antwoordde de engel: ‘Ik zal de Heer dienen. Wat u gezegd hebt, laat dat met me gebeuren’ (vers 38, GNB).

Toen Jezus in Bethlehem werd geboren, verscheen een engel van God aan een groep herders met de boodschap: ‘Vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de Messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt’ (Lucas 2:11-12, NBV21). De herders gingen direct op weg en troffen Maria en Jozef aan met het kind dat in de voederbak lag. Ze vertelden Maria en Jozef wat de engel over Jezus had gezegd. Dokter Lucas schrijft over dit moment: ‘Maria bewaarde al die woorden in haar hart en overdacht [sum-ballō] ze bij zichzelf’ (Lucas 2:19, GNB).

Er zijn Bijbeluitleggers die denken dat Maria niet volledig begreep wat er bij Jezus’ geboorte allemaal over Hem werd gezegd. Een andere vertaling luidt: ‘Maria bleef erover nadenken’ (NBV21). Maar bij die vertaling kun je vraagtekens plaatsen. Er is namelijk een andere interpretatie mogelijk. In de Griekse literatuur wordt het woord sum-ballō gebruikt wanneer mensen reageren op verschijningen, dromen of visioenen. Dan betekent het ‘vaststellen’ of ‘begrijpen’. Lucas 2:19 kan dus ook vertaald worden als: ‘Maria bewaarde al deze woorden in haar hart; ze begreep wat ze betekenden.’ Maria wist het: Jezus is de Messias van Israël. Zij zal Hem voor het slapen gaan verteld hebben over de engel die had aangekondigd dat ze door een scheppingswonder zwanger zou worden van de Messias. Zij is het ook die jaren later, toen de wijn op een bruiloftsfeest bijna op was, tegen de bedienden zei: ‘Wat Hij ook tegen jullie zegt, doe dat!’ (Johannes 2:5). Maria heeft Jezus begrepen toen Hij later zei: ‘Ik ben, al van voordat Abraham werd geboren’ (Johannes 8:58, HB).

Als iemand weet wie Jezus werkelijk is, dan is het Maria. Ze laat haar Zoon niet in de steek. Aan de voet van het kruis staat ze dicht bij Hem. Is Maria - nu Jezus wordt gekruisigd - de weg kwijt? Twijfelt ze aan Hem? Nee, ze zwijgt. Haar zwijgen zegt alles. Haar zwijgen verklaart alles. Elke andere moeder zou - als haar zoon beweert God te zijn - opstaan en zeggen: ‘Hij zegt dat Hij en God één zijn? Hij is in de war, een leugenaar. Geef hem een aantal geselslagen, maar alsjeblieft, dood hem niet! Alsjeblieft, dood mijn jongen niet!’

Maria’s stilzwijgen is het meest betrouwbare getuigenis van wie Jezus werkelijk is. Het is de Romeinse commandant, die aan de voet van het kruis getuigde: ‘Geen twijfel mogelijk! Hij was de Zoon van God!’ (Marcus 15:39, (BGT).