En nu heel stil liggen!

‘Stil liggen…Als je beweegt, moeten we opnieuw beginnen.’ Langzaam ging de PET-scan over mij heen. Mijn armen liggen omhoog, anders pas ik niet in die tunnel. Gelukkig kreeg ik een dekentje tegen de kou. En toen was ik alleen. Sommige zaken in het leven kun je niet delegeren, negeren of overschreeuwen.
Ik voelde mijn haren op mijn hoofd kriebelen, maar had besloten dat ik no-way zou bewegen. Al rennen er muizen over mijn gezicht. Ik doe niets, had ik mij stellig voorgenomen.
In de stilte dacht ik aan mijn Hemelse Vader. ‘Ik ben niet alleen. Hij is bij mij.’ Ik ging visualiseren hoe Zijn aanwezigheid er uit zag. Daar in die kamer. Mijn hart tikte steeds rustiger.
‘God heeft gezegd: "Ik zal je nooit in de steek laten. Ik zal je nooit verlaten."’ (Hebreeën 13:5, BB)
vriend, God laat je nooit in de steek. Hij verlaat je nooit. Ook niet even. Ook niet als een zuster zegt: ‘Ik laat U even alleen.’ Ook niet als je tentamens maakt, je in de lift staat, de weg niet kunt vinden, een spannende vergadering in moet gaan, je die deal moet sluiten en ook niet als je op het schoolplein wacht op je kids.
NooitNooit
Nooit ben je alleen.
Na lange tijd stil liggen, hoorde ik het verlossende woord. ‘Goed gedaan! We zijn klaar.’
vriend, zullen we vandaag samen enorm dankbaar zijn, dat we nooit alleen zijn. Zullen we vrolijk het raam uitkijken, omdat Hij ons nooit verlaat. Zullen we bij alles wat we doen, onszelf helpen herinneren dat Hij ons nooit verlaat.
Ik heb een vraag:
-
Wanneer wist jij: ‘Ik ben nooit alleen, God is bij mij?’

